6 september 2020 (Laatst gewijzigd 25 juni 2024)
Leestijd: 3 minuten
1 op de 20 mensen heeft last van rusteloze benen, oftewel het Restless Legs Syndrome (RLS). Vooral mensen van middelbare leeftijd of ouder hebben last van deze vervelende aandoening. Het syndroom brengt veel ongemak met zich mee en kan van grote invloed kan zijn op je dagelijks leven. Wat is het precies? Hoe komt het? En belangrijker: is er een oplossing voor?
Bij het Restless Legs Syndrome heb je vaak last van een vervelend jeukend, kriebelend of rusteloos gevoel in je benen. Vooral tijdens periodes van rust, zoals ’s avonds en ’s nachts. Je hebt een bijna onweerstaanbare drang om je benen te bewegen. Beweeg je je benen, dan nemen de klachten even af. Stop je met bewegen, dan neemt het vervelende gevoel weer toe. Sommige mensen hebben ook last van schokkende bewegingen van hun armen of benen tijdens het slapen.
Rusteloze benen en het eventuele schokken kunnen je nachtrust ernstig verstoren, met alle negatieve gevolgen van dien. Je bent overdag vermoeid, hebt concentratieproblemen en kunt niet lang stilzitten. Dat kan voor problemen zorgen in je relatie, je werk en je sociale leven.
De oorzaak van rusteloze benen is niet precies bekend. Bij sommige mensen speelt erfelijkheid een rol. Ook een stoornis in de ijzerstofwisseling of dopaminestofwisseling kan meespelen. Dopamine is een stof die belangrijk is bij de overdracht van signalen tussen zenuwcellen.
Ook zwangerschap, de ziekte van Parkinson, ijzertekort, schildklierproblemen, nierfunctiestoornissen en bepaalde medicijnen kunnen restless legs veroorzaken of de klachten verergeren. Bij veel mensen is er echter geen aanwijsbare reden voor de klachten.
Als de huisarts een oorzaak voor de klachten kan vaststellen, kun je RLS behandelen. Bijvoorbeeld door het aanvullen van een ijzertekort of door het slikken van schildkliermedicijnen. Zijn de klachten juist het gevolg van bepaalde medicijnen? Dan kan de huisarts kijken of je kunt stoppen met deze medicijnen of dat je ze kunt vervangen door andere medicatie.
Je kunt zelf ook een aantal maatregelen nemen, waarmee de klachten minder kunnen worden.